Montebello Meren
Na een korte reis zijn we aangekomen bij ons volgende reisdoel:
de Montebello meren. We slapen hier in kleine houten hutjes: echt primitief.
Achter onze hutjes grazen paarden en geitjes en de kippen doen alsof ze thuis
zijn en komen gewoon de hutjes binnengelopen. 's Avonds wordt het door de harde
wind flink koud. De nacht wordt dan ook rillend doorgebracht onder de klamboe in
de slaapzak. Toch hebben we niet te klagen. Lekker eten, zwemmen in prachtige
meren, zon, paardrijden, kampvuur: wat wil je nog meer? Eigenlijk kun je hier
genieten als een god in Frankrijk. Ook hier bezoeken we een Maya-ruïne. De ruïne
is echter niet veel meer dan een hoopje stenen. Pas volgend jaar geeft de
regering geld voor de restauratie ervan. Duidelijk is dat hoogstwaarschijnlijk
heel veel Maya ruïnes zich ergens onder de grond in de dichte jungle bevinden.
Wie weet hoe lang het nog zal duren voordat deze oude steden ontdekt zullen
worden. Na de ruïnes bekeken te hebben, gaan we per pick-up weer richting een
van de schitterende meren. Daar aangekomen staan zes paarden voor ons klaar.
Dit wordt voor mij de eerste keer dat ik ga paardrijden en ondanks mijn verbrand
achterste wordt het een schitterende tocht langs de meertjes, houten huisjes van
de boeren en door de bossen buiten de normale paden: dit is echt het
Zwitserleven gevoel. Af en toe sprint mijn paard er als een gek van door en heb
ik moeite om erop te blijven. Na drie uur komen we moe maar zeer voldaan weer
aan. Na nog een frisse duik genomen te hebben, vallen we aan op het lekkere
eten. Daarna zitten we met z'n allen rond het kampuur: muziek & nootjes erbij,
totdat de regen dit mooie tafereeltje verstoord.
Onze laaste dag in Mexico gaan we met z'n allen naar een vluchtelingenkamp met
Guatemalteekse vluchtelingen. Het kamp, genaamd Santa Fe, is een van de
vier ranges waar Doña Maria vluchtelingen opvangt. Het kamp is vrij nieuw: pas
twee maanden oud. Na een tocht van 3,5 maand zijn de vluchtelingen in Mexico
aangekomen. Tien jaar lang zijn ze van hot naar haar gestuurd, voordat ze
terecht kwamen in Santa Fe. Onderweg zijn kinderen gestorven, vele anderen zijn
wees. Allemaal op de vlucht omdat hun land of hun oogst door de militairen wordt
afgepakt of omdat hun ouders vermoord zijn. Hele families worden in hutjes
opgesloten, die vervolgens in brand worden gestoken....
Hier in Santa Fe leven ze ook in houten hutjes. Stromend water is er niet en de
kinderen zien er met hun dikke buik ondervoed uit. Wel verbouwen ze zelf
koffiebonen en mais. Zo proberen ze zelf een nieuw bestaan op de bouwen in
Mexico. Het ziet er nl. niet na uit dat ze terugkunnen naar Guatemala. Bovendien
zijn ze in Mexico ook beperkt in hun bewegingsvrijheid: ze mogen de staat
Chiapas niet uit. Hoe groot kan de tegenstelling zijn. Naast het
vluchtelingenkamp staan op een industrieterrein de flesje CocaCola en andere
etenswaar hoog opgestapeld. Goh, wat zit de wereld toch vreemd in elkaar.
Hopelijk wordt het geld dat we inzamelen goed gebruikt.
Na een lekker ontbijtje vertrekken we met de bus naar Comitan. Daar worden we opgepikt door een kleine vrachtauto. Hup,
met z'n allen in de laadbak en zo'n 1,5 uur hobbelend naar de grens. Naarmate we
Guatemala naderen wordt het landschap steeds aantrekkelijker en de bergen steeds hoger.